Tijdens het bootcamp De Gelukkig Ruiter kreeg ik de vraag: “hoe weet ik nu dat ik goed aan het trainen ben? Wat moet ik doen? Wat moet ik voelen? Wat moet ik zien? En als het lekker gaat, waarom lukt het de dag erna dan niet meteen weer?”
Die vraag is eenvoudig te beantwoorden, maar het uitvoeren ervan is minder eenvoudig. Gevoel is voor iedereen anders en elk paard is ook weer anders.
In mijn lessen breng ik ruiters naar een bepaalde concentratie (ik noem dat hun “bubble”) waarin ik continu uitleg welke hulpen/signalen ze kunnen geven en hoe ze moeten zitten. En als dat precies klopt zal het paard het gevraagde doen. Dat geeft een bepaald gevoel. En dat gevoel laat ik de ruiter een aantal keren ervaren en vraag dan telkens terug, wat voel je nu? Wat gebeurt er met jou? Wat gebeurt er onder je? Wat gebeurt er met jouw lichaam? Wat doet het paard? Zo leer je de connectie te maken tussen wat je doet en het effect dat het heeft op je paard.
Hoe vaker je “feel” hebt, hoe beter je je hulpen kunt afstemmen op het paard. Hoe kleiner en exacter je ze kunt maken, hoe fijner je motoriek zal worden, hoe eenvoudiger je met het paard gaat communiceren. Alsof het vanzelf gaat, zonder moeite. Dat is waar elke ruiter van droomt!
Jouw paard leert jou of je hulpen en je zit effectief zijn. Door het leren interpreteren van de signalen die het paard geeft ga je steeds meer gevoel ontwikkelen.
Wat kun je leren zien en voelen?
30 tekenen van een effectieve training:
1. Je paard briest af en toe ontspannen tijdens het werk.
2. De oren van je paard gaan meer zijdelings staan en “flapperen” ritmisch mee.
3. De staart van je paard wordt licht gedragen en danst mee in de bewegingen van de achterbenen.
4. Je paard kauwt af en toe rustig op het bit.
5. Je paard likt en kauwt regelmatig.
6. Je paard mag een klein beetje schuim rond zijn mond hebben.
7. De ogen van je paard hebben een zachte uitdrukking.
8. Je paard loopt krachtig in 1 ritme en tempo.
9. Je paard beweegt tactmatig zonder onregelmatige passen.
10. Je kunt de bewegingen van je paard moeiteloos volgen.
11. Je paard loopt nette ronde cirkels en andere wendingen.
12. Je paard is voorwaarts genoeg. Loopt niet te hard en niet te zacht.
13. Je paard zakt makkelijk met zijn hoofd en hals in een deinende houding.
14. Je paard voelt licht in de hand.
15. Je paard wordt tijdens de training steeds meer ontspannen en meewerkend.
16. Het paard reageert sneller op je hulpen en vragen.
17. De passen van je paard worden ruimer en verender.
18. Je hoeft steeds minder “te doen”.
19. Overgangen gaan soepeler en lichter.
20. Je paard zweet niet overmatig.
21. Je hebt het gevoel dat je paard je echt draagt en je meeneemt in zijn bewegingen.
22. Je voelt dat het paard zelf met zijn mond verbinding zoekt met jouw hand.
23. De achterhoeven landen in wendingen net aan de binnenzijde van de afdruk van de voorhoeven.
24. De bovenlijn van het paard oogt bol en rond, niet hol.
25. Je paard heeft aandacht voor je en draait af en toe een oor naar achteren als teken dat ie het begrijt wat je vraagt.
26. Je paard geeft een rustig swingend gevoel.
27. Als je naar het paard kijkt ziet het paard er zacht en swingend uit.
28. De spieren van het paard voelen zacht en sponsachtig. Ook nog langere tijd na het rijden.
29. Het paard tilt in beweging alle hoeven netjes van de grond en zet ze neer zonder de teen over de grond te laten slepen.
30. Er komt rust in jouw lichaam en je wordt meer 1 geheel.
Als het goed gaat, is het alsof je samen danst!
Niet al deze bovenstaande tekenen zijn altijd in elke training aanwezig. Training is een on-going process, ofwel, gaat met pieken en dalen. Ontwikkel jezelf in hoe je paard eruit ziet, hoe hij aanvoelt en dan heb je een krachtig meetinstrument om te bepalen waar je staat in je training.
Kort samengevat: een goede training maakt het paard mooier en sterker, zijn bewegingen ruimer en krachtiger en zijn geest meer ontspannen en coöperatief.
Alsof je samen aan het dansen bent!
Succes!
Monya Spijkhoven