Als je je verlangen groter kan maken dan je angst, is er een weg om je angst te overwinnen.

Heb je wel eens te horen gekregen dat je niet mag afstappen omdat ‘je paard dan wint’? Dat je hem zo leert dat hij door bepaald gedrag ‘onder het werk uit komt’? En dat je, als je niet doorbijt, je altijd zult blijven afstappen in spannende situaties?”

En voelt dit als falen?

Dan heb ik nieuws voor je! Als jouw paard gespannen of opgewonden is en dat bij jou voor een oncomfortabel en onveilig gevoel zorgt, dan mag je van mij afstappen.

Angst kan alles omvattend zijn. Of je nu ooit een ongeval hebt gehad of dat je brein met je op de loop gaat. Gedachten worden door je brein net zo echt ervaren als een werkelijke gebeurtenis.

Wat is angst?
Angst wordt gecontroleerd door een zeer primitief stukje van ons brein, de Amygdala of wel het reptielenbrein. Het is het deel van je hersenen dat instinctief reageert op prikkels die het herkent uit het verleden. Als je erg schrikt of bang bent dan geeft je reptielenbrein je seintjes voor primitieve reacties: vecht! vlucht! of bevries!

De thalamus is het deel van onze hersenen waar prikkels worden opgevangen. Prikkels kunnen van alles zijn een geur, geluid of een fysiek gevoel. Een heel klein deeltje van de informatie stuurt het rechtstreeks door naar het reptielenbrein, de amygdala. Het grootste deel van de informatie gaat naar de cortex, waar een weloverwogen proces plaatsvindt. Dat
vertaalt de prikkels, bedenkt een reactieplan en informeert vervolgens de amygdala.

Maar daar kan die amygdala allemaal niet op wachten. Die reageert instinctief en supersnel op de eerste prikkel die het herkent, door een enorme hoeveelheid hormonen en neurotransmitters – adrenaline – in je lijf te pompen. Al die adrenaline veroorzaakt zo veel stress en emoties dat rustig nadenken niet meer mogelijk is. Je kunt hierdoor jezelf niet
meer goed controleren, laat staan dat je je paard kunt geven wat ie nodig heeft!

Daarom mag je van mij afstappen! Of hoef je niet eens op te stappen!

Jouw paard kan op jouw angst reageren. Je voorkomt zo escalatie. Als je bent afgestapt kun je je paard aan het werk houden met bijvoorbeeld werken aan de hand. Hierdoor blijft de focus op het werk en niet op je angst.

Werken aan de hand
Rechtrichtende arbeid aan de hand is een onderdeel van het klassieke Skala der Ausbildung. Het is een kunst die elke ruiter zich eigen kan maken en kan inzetten als gymnastiserende ondersteuning. Werken aan de hand biedt buigingsoefeningen als schouderbinnenwaarts, schouderbuitenwaarts, travers, renvers. Deze oefeningen helpen om spanning in het paardenlichaam te laten afvloeien en het paard onder andere te leren de achterbenen correct onder de massa te plaatsen.

Zodra je bent afstapt kun je je paard, maar ook jezelf, hierdoor een alternatief bieden en gezamenlijk aan het werk blijven. Jouw focus verlegt zich dan van angst naar arbeid en bij beiden zal de spanning afnemen.

Blijf je zelf nerveus maar lijkt het paard nergens meer last van te hebben, richt jezelf dan op een opstijgsessie zonder de intentie te hebben te gaan rijden.

Rijden is dan een stap te ver, zie het opstijgen als oefening. Stijg een aantal keren op en af totdat jullie beiden ontspannen zijn en stop dan de sessie. Breng het paard naar stal en geniet van de ‘overwinning’.

“Ja, meteen weer opstappen, dat is het beste.”
“Doe nu maar wat ik zeg, dan komt het vanzelf goed.”
“Stel je niet aan, hij doet toch niks?”
“Gewoon doen, het gaat vanzelf weg.”
“Even doorbijten, als je eenmaal aan het rijden bent vergeet je je angst wel.”
“Pak hem maar een beetje aan, dan hou je de controle.”

Hoe vaak ik tegen deze dooddoeners ben aangelopen, het is niet meer op 2 handen te tellen. En wordt gezegd door mensen die angst zelf niet kennen en zich dus ook niet in jouw schoenen kunnen verplaatsen. Maar angst is voor iedereen anders. Angst is er in alle soorten en maten. Het allerbelangrijkste is dat je je er niet voor schaamt, het niet weg stopt en dat je ermee aan de slag gaat.

Waar start je?
Voel jij ook wel eens die klem om je keel bij het opstijgen?
Angstige mensen zijn er iedere keer weer van overtuigd dat iets naars gaat gebeuren, ook al is het (bijna) nooit gebeurd. Je kunt leren om dit denkpatroon te doorbreken. Dit doe je door jouw rampgedachten te onderzoeken met behulp van een aantal kritische vragen:

  1. Helpt deze gedachte mij om me minder angstig te voelen?
  2. Is het 100% zeker wat ik denk?
  3. Is er ook een andere verklaring die ik misschien over het hoofd zie?
  4. Is er ook een andere afloop mogelijk?
  5. Wat zou een goede vriend(in) nu tegen me zeggen om te helpen?

Wat is je doel?

Is jouw doel haalbaar?

Schrijf je doel op. Denk aan wat je wél wilt. Wat er nog wel goed gaat, hoe vaak het WEL goed is gegaan! Formuleer net zo lang totdat jouw doel volledig positief is omschreven. Iets wat op papier staat is tastbaar! Hoe wil je rijden? Waar wil je rijden? Wat wil je kunnen? Waarom wil je dat kunnen? Hoe voelt het als je dat weer kunt?

Als jij bang bent en jezelf daar iedere keer doorheen moet drukken dan ben je na elke rit wellicht even opgelucht en trots. Maar de dag erna is die angst er gewoon WEER. En begint de strijd met jezelf opnieuw.

Wat heb jij nodig om stressvrij te kunnen rijden? Welke vaardigheden heb je nodig? Wat ontbreekt er en wat kun je nu al wél? Hoe hou je jezelf in beweging en ga je niet zitten afwachten?

Een doel kun je ophakken in subdoelen:

  1. Paardvaardigheid
    Denk aan werken aan de hand, longeren met dubbele lijnen, werken aan de lange teugel,
    een goed opstijgritueel en communicatie via lichaamstaal. Jezelf bekwamen in deze
    vaardigheden geeft je niet alleen afwisseling in training, maar het sterkt ook je reflexen
    en inzicht.
  2. Zelfvertrouwen
    Zijn er naast rijden nog andere factoren die je angst kunnen triggeren? Speelt er thuis
    iets dat je niet makkelijk achter kunt laten bij de staldeur? Twijfel je naast je capaciteiten
    als ruiter wellicht nog aan andere dingen? Het aanpakken en verwerken hiervan gaat je
    helpen om steviger in het zadel te zitten. Het werken met andere paarden dan die van
    jezelf helpt ook!
  3. Goede houding en zelfzekere zit
    Een goede conditie, meer body-awareness, balans, spierkracht en het vermogen om te
    anticiperen op de bewegingen van je paard geven je meer zelfvertrouwen. Zittraining op
    een braaf paard of een simulator is een goede ondersteuning. Maar ook het beoefenen
    van een andere sport is aan te raden.
  4. Inzicht in het gedrag van jouw paard
    Er zijn heel veel boeken en videomateriaal op YouTube over paardengedrag en
    leerprincipes. Hoe beter je paardengedrag gaat begrijpen, hoe beter je je paard gaat
    lezen en aanvoelen. Dit geeft extra handvatten in de communicatie tussen jou en je
    paard.

En in de tussentijd dat je aan jezelf en je paard werkt: gewoon afstappen als het je even teveel wordt. Even aarden op de grond, voel je voeten, synchroniseer met de bewegingen van het paard, krijg controle over je gedachten door het paard aan de hand te werken, net zolang tot je voelt dat je je lichaam en geest weer van jou zijn.

Vanaf daar kun je weer opstappen. Maar dat hoeft niet.

Het managen van je angst is je belangrijkste taak. Verwacht niet teveel van jezelf, gun jezelf tijd en geniet van elke kleine stap vooruit. Laat je niet van de wijs brengen door meningen van anderen! Het is jouw pad! Anderen voelen niet wat jij voelt.

Sluit elke sessie positief af, dan hou je moed voor de volgende!
Ook jij kunt dit! Liefs, Monya

Ken jij die TV- reclame? Van een succesvolle manager. Aan de telefoon, aan het opscheppen over zijn dure auto, de hoeveelheid mensen onder zijn leiding. Dat iedereen wel met hem zou willen ruilen. Toen hij ophing zag je de twijfel. De twijfel of hij echt wel gelukkig is met deze situatie. En dan volgt de slogan: “voor wie doe jij het nu eigenlijk?”

Soms lijkt het of je dat gevoel als ruiter niet mag hebben. Paardrijden is je hobby, dus het moet leuk zijn. Zelfs als het even niet meer zo leuk is en meer energie kost dan het oplevert.

Ruiters die zich opleggen om elke dag te trainen. Ruiters met gebrek aan tijd. Ruiters die overweldigd zijn. Ruiters die zich onzeker voelen. Ruiters die niets of niemand tekort willen doen. Herkenbaar?

Een aantal redenen waarom rijden misschien even niet meer zo leuk is en tips!

  1. Je voelt je een octopus, zoveel ballen om in de lucht te houden, kinderen, gezin, werk en de rek is er een beetje uit.
    Een paard dat op een prima plek staat kan best een dagje zonder je. Misschien vind je het idee niet fijn, maar als hij lekker buiten komt, zijn voer krijgt en maatjes heeft is voor die dag zijn kostje al gekocht. Een paard wordt niet slechter van een dagje “rust”. Tenzij dat betekent dat ie de hele dag op stal staat. Wat heb je nog weg te geven als je jezelf wegcijfert?
  2. Je hebt om bepaalde redenen even minder energie of kampt met ziekte. Er is nu minder tijd voor je paard beschikbaar en dat geeft je een schuldgevoel.
    Vraag om hulp. Vraag iemand die een extra oogje in het zeil houdt. Die af en toe je paard beweging geeft. Die de poeders en de pillen geeft. Een bijrijder, een trainer en zelfs tijdelijk geen training is geen punt . Soms is dat zelfs goed. Een paard kan dan, net als jij, even tot zichzelf komen. Alles wat hij al heeft geleerd verwerken. En jij kunt toch niet wegblijven. Hang bij het hek, knuffel hem. Ben gewoon samen. Daar word je relatie met je paard beter van.
  3. Er is angst. Je bent ooit (bijna) gevallen. In eerste instantie leek er weinig aan de hand, maar gaandeweg groeit de klem om je keel bij het opstijgen. Je gaat excuses vinden om niet te rijden, of duwt jezelf door de angst heen en worstelt elke dag.
    Angst is nuttig. Het behoed je voor gevaar. Onderken die angst. Loop er niet voor weg, vecht er niet tegen. Er zijn vele mogelijkheden om aan je angst te werken. Pak de controle terug, ga ermee aan de slag. Zo kom je stapje voor stapje je angst weer te boven.
  4. Iets lukt niet. Het lukt gewoon niet. Buitenrijden, wedstrijdrijden, trailerladen, een oefening. En inmiddels is het een bron van frustratie geworden.
    Sta je wel eens stil bij wat je al WEL hebt bereikt? Hoeveel obstakels je samen met je paard al WEL hebt genomen. Hoeveel jullie samen al WEL hebben geleerd? Wat er allemaal gewoon nog WEL lukt? De focus loslaten zorgt voor minder spanning. Daardoor kunnen oplossingen spontaan boven komen drijven.
  5. Je hebt veel aan je hoofd. Problemen op het werk. Problemen thuis. Problemen in je relatie. Het absorbeert je helemaal. Je gaat naar je paard, maar eigenlijk ben je met je hoofd ergens anders.
    Weet je dat je paard een prima coach is? Dat hij je kan lezen bij de staldeur en meteen weet in wat voor humeur jij bent? Paarden hebben niks aan gestreste eigenaren. Doe waar je hoofd naar staat. Is dat enkel een intensieve poetsbeurt waarbij jij je gedachten los kan laten? Geniet ervan en kom tot jezelf. Het hier en nu is belangrijk. Daar laad je van op.

We zijn allemaal ergens een keer gek geworden op een paard. Herinner jij je nog die eerste kennismaking? Die zachte neus in je haren? De paardenlucht die je opsnoof? Als het paardenvirus je te pakken heeft gaat het nooit meer weg.

Maar het kan even mindere tijden kennen. Die liefde. Niet voor het paard zelf, nooit! Maar voor alle tijdsinvesteringen en doorzettingsperikelen. Want paarden en paardrijden is intensief. Je kunt het er niet even “bij” doen in je dagelijkse leven. Paarden claimen een fiks deel van je tijd en energie.

Herinner je jezelf eraan voor wie je het allemaal doet! Een stapje terug doen, hulp durven vragen, genieten van wat er WEL is, accepteren van emoties, loslaten wat onhaalbaar is, alles is vaak maar tijdelijk.

Dus even weg met de moetjes! Dat heeft jouw paard net zo hard nodig!

“Hij heeft altijd al slechte voeten gehad “
“Hij is gewoon lui.”
“Dat heeft hij altijd gedaan.”
“Hij neemt me in de maling.”

Er zijn bepaalde dingen die we als ‘normaal’ beschouwen, maar dat zijn ze eigenlijk niet.

Denk aan:
Slechte hoeven.
Moeilijk opstarten.
Een paard dat defensief is over voedsel.
Bokken na een sprong.
Staartzwiepen tijdens het rijden.
Niet bij andere paarden kunnen staan.

Zoveel meer voorbeelden die ik zou kunnen geven. In mijn 30 jaar als paardenprofessional heb ik keer op keer dit soort aannames gehoord.
En weet je, ik vind het gewoon niet meer acceptabel.

Google is je vriend: er is op internet zoveel informatie te vinden over de basisbehoeften van paarden, over zijn gezondheid, over zijn gedrag, dat je geen kennis hoeft te ontberen.

Je intuïtie is een goede raadgever. Als iets voortdurend aandacht vraagt (hoefvorm, gedrag etc.) dan betekent dit dat onderzoek nodig is. En eigenlijk wist je dat al wel, echter is het soms moeilijk om richting te bepalen, het kan je onzeker maken. Luister naar je onderbuikgevoel!

Vind je het lastig om in de hausse van informatie je weg te vinden? Er zijn tegenwoordig zoveel betrouwbare paardenprofessionals die je met raad en daad bij kunnen staan. En de juiste zal je vertellen wat nodig is en waarom.

De mentale en fysieke gezondheid van je paard is afhankelijk van het nemen van weloverwogen beslissingen. Daarbij kun je je verschuilen achter meningen van anderen zoals “de hoefsmid zegt dat hij altijd al slechte voeten heeft gehad” of “mijn trainer zegt dat zijn inconsistente prestaties een trainingsprobleem zijn.”

En is dat ook zo?

Want eigenlijk weet je het wel. Maar helemaal op jezelf vertrouwen en je eigen verantwoordelijkheid nemen is soms eng. Echter in deze tijd is er zoveel kennis over paardenwelzijn beschikbaar en zijn er zoveel mensen die geen geld aan je hoeven te verdienen en dus eerlijk tegen je zullen zijn.

Kies bewust. Kies voor jou en jouw paard. Overweeg, vraag je af, onderzoek en neem niet zomaar iets aan. Het is menselijk om een ander te bombarderen met meningen, oordelen, aannames, kritiek.

Maar volg je eigen pad: dan krijg je daar ook iets voor terug: een blij paard en zelfvertrouwen! 🙂

Tranen in de ogen had hij. Mijn buurman. Ik zag hem gisteren lopen met nog maar 1 hond i.p.v. 2.

“Dante is er niet meer, ik heb hem eergisteren in moeten laten slapen.” Hij had dit nooit verwacht, Massimo was namelijk de minst gezonde van de 2.
Het gesprek kwam op lijden. “Dante bleek een acute leverontsteking te hebben, en ik wilde onnodig lijden besparen.”

Wat ik begrijp.
Ik heb zelf in de jaren ook voor situaties gestaan waarin ik afscheid moest nemen van dieren. Toch zette het me aan het denken.

Wat is onnodig lijden eigenlijk?
In een acute situatie is het duidelijk. Ik had geen keus toen Nomeado met een volledig gebroken bovenbeen in een weide stond waar ik hem niet had achtergelaten. Ik weet zelfs nog dat de dierenarts die ik belde vroeg of ik hem niet op de trailer kon zetten en naar ze toe kon rijden.
Woest was ik.

Maar chronisch lijden?
Chronisch lijden betekent zoveel als: er is altijd ongemak. In een gradatie van laten we zeggen 1 (licht) tot 10 (heftig).
In de tijd van ’t Balingehof ben ik veel in aanraking gekomen met “leed”. Mentaal leed, fysiek leed en soms onoverkomelijk leed. Soms week mijn gevoel hierin sterk af van die van een ander. En zag ik een duidelijke 10 i.p.v. de 3 van de eigenaar.

Maar wat heeft het voor zin om je gelijk door te drijven en je mening op te dringen in een verdrietige situatie?

Soms is lijden namelijk ook het lijden van een eigenaar. Een eigenaar die een afscheid nog niet kan verwerken en om uitstel vraagt. De situatie van eindeloos dokteren. Iedereen doet het op zijn eigen manier.

En wanneer is het genoeg? Wanneer kun je zeggen: ja, dit is “onnodig” lijden en durf je afscheid te nemen?

Ik heb zelf een enorme weerstand tegen afscheid nemen. Ik kan het, maar het voelt als een soort overgave aan totale onmacht. Mijn hele systeem panikeert en “vecht” ertegen tot het zo ver is. Dan stap ik in een soort vacuüm van onvermijdelijkheid. Een overgave die eerst letterlijk alles in
mijn voeten laat zinken en een soort rust met koude oplevert.

Pas daarna gaat het weer stormen.

Wat ik heb geleerd is dat voor iedereen dat punt van afscheid nemen op een ander niveau ligt. Lijden is zo lastig te definiëren dat niemand dat voor jou kan bepalen. Als eigenaar sta je in connectie met jouw dier en alleen jouw afscheid telt. Net zoals alleen jullie leven samen telde. Je kunt je laten adviseren en aanhoren wat anderen te zeggen hebben. Maar samen leven en samen sterven is iets intiems. Ik laat mijn dieren nooit alleen.

Een hoofd kan nog zoveel redenen en motivaties hebben en daar heel intensief aandacht voor vragen. Een hart heeft lijden meestal zo door.
Jouw hart ook?

Liefs,
Monya

Speciaal geschreven op verzoek: over doorgaan na verlies van een paard…
Over schuldgevoel, rouw en verdriet.

Het lijkt zo simpel. Je motivatie herpakken en doorgaan, je hebt tenslotte geen keuze wel? Maar als dat nou eens tegenvalt? Als de energie er niet is om met de andere paarden te werken? En vandaag is het ook nog eens koud. Koud, nat en guur. NOG meer redenen om niet te trainen….

Weet je nog? Toen je klein was ging je pennyhart kloppen zodra je een pony zag. De zachte neus, de snorharen, de WOLLIGE oortjes, de glanzende ogen en die geur! Oooh wat ruiken paarden heerlijk!

En de eerste rit, op je eigen pony, wat een ongelofelijke beleving was dat. Met wat knijpen bleef je zitten, maar zo niet dan was het opstaan en weer doorgaan. Je botten konden nog wat gestuiter hebben.
Wat een geluk!

Het eerste eigen paard! Een flinke verantwoording! En het moest meteen helemaal goed. ALLES moest perfect, voeding, stal, weide, tuig, het allerbeste voor je allerliefste vriend.
Wat een trots!

Toen kwamen er meer paarden! En wat werd je gelukkig van hun aanwezigheid in je stallen. De dagelijkse routine, het knisperen van het stro, de hinnikjes voor het voer, het poetsen tot ze glommen, de matchende dekens, de ritten door weer en wind.
Wat een rijkdom!

En je leerde jezelf goed kennen. Ontdekte dat elk paard verschillend is, je stemde je op elk paard af en loste problemen op. Wil je persoonlijke ontwikkeling? Neem een paard… 😉
Wat een reis…

En dan valt een paard weg. Plotseling. Een lege box, een gat in je hart en de moed zinkt je in de schoenen. Je kunt het even niet meer opbrengen. Je kijkt naar je andere paarden maar voelt je moe. En schuldig. Want de overgebleven paarden krijgen nu niet wat ze verdienen.
Wat een verdriet…

Verder na verlies? Maar HOE dan?
Er is geen recept. Was het maar zo. Er is een gat. Een heel groot gat. En dat gat betekent dat je enorm van dit paard hebt gehouden. Dat het echt en oprecht was. Dit gat dichten kost tijd, en energie.

Weet je nog: de eerste kriebel van die paardenneus? De haren die overal zitten, zelfs op je boterham? Die spannende rit door regen en kou met tintelende vingers en roze wangen? Het regelmatige geluid van de hoeven op de grond? De geur van het hooi dat je altijd voerde?

Voor eens besmet met het paardenvirus, voor altijd onder je huid…..

Het liedje “Keep your head up” van Ben Howard is zo onlosmakelijk verbonden met het overlijden van mijn paard Nomeado dat ik, zelfs na 7 jaar, iedere keer mijn tranen moet wegvegen. Zodra de eerste tonen zich laten horen heb ik de neiging om de radio uit te zetten. Maar ik doe het niet MEER, want het geeft me een herinnering aan iets dat ik intens heb gevoeld. En dat gevoel wil ik behouden, het glipt anders langzaam weg.

Het paardenvirus blijft. Het is net zoiets als een koortslip: verstopt zich even maar komt altijd weer terug. Geen enkel paard wordt slechter van een tijdje stilstaan. Een paard wordt slechter als er niet oprecht en liefdevol voor wordt gezorgd. Draag deze zorg en draag je rouw. Rouw zegt dat het echt was, die liefde. En dat gat wordt ooit een gaatje. En dat kost energie. En tijd.

Gun het jezelf. ️
Paardenmensen snappen dat.

Liefs,
Monya

“Mijn paard was altijd hartstikke braaf maar ineens lag ik ernaast! Ik begrijp er niets van!”

Stress bij het rijden is onderschat. Wat we niet zien is er niet lijkt het. Maar is dat zo? Hoe vaak gebeurd het dat ongewenst gedrag uit het niets lijkt te komen? Of dat je minder punten krijgt in je proef omdat je paard zijn tong zichtbaar is? Of dat we denken dat hij met zijn hoofd knikt of staart zwiept voor de vliegen?

Stress komt veel voor. Soms heel duidelijk. Denk aan Spaanse paarden, die gaan voor je uit denken en worden hectisch in hun bewegingen. Een warmbloed, zoals een KWPN-er, gaat steeds harder lopen, of gaat aan de haal, draaien ineens om of geven een bok. Koudbloeden worden sterk of zijn niet meer te stoppen. Je hebt ook paarden die imploderen. Ze uiten zich niet, maar door de stress lijken ze een lange tijd meegaand, tot ze ontploffen. Dat zijn vaak de paarden waarvan de ruiter zegt “dat doet ie anders nooit!”

Wetenschappelijke testen met een hartslagvariabiliteitsmeter hebben aangetoond dat sommige paarden uiterlijk heel erg reageren op bijvoorbeeld een eng voorwerp, maar dat de hartslag niet zo veel stijgt als je zou denken. Ze uiten van alles, maar van binnen valt de stress mee. Er zijn echter ook paarden die uiterlijk onbewogen blijven, terwijl hun hartslag enorm stijgt.

Dit zijn de paarden die ‘imploderen’. Deze paarden moet je goed leren lezen, anders kom je voor ongewenst gedrag te staan. Kijk naar de neusgaten, ogen, oren, mond, spierspanning. Een goede paardentrainer ziet alle kleine signalen en zal altijd aan de vertrouwensband werken.
Er zijn veel paarden die hun werk braaf doen maar net de neusgaten te ver open hebben, of de lippen niet op elkaar, zodat je hun tong ziet. Of ze hebben zo’n zwiepje in de staart. Ogen die afwezig lijken of juist op steeltjes staan. Dat is interne stress. Je hoort dan vaak ‘zo is mijn paard nu eenmaal’, maar dat is het niet. Het is een verkeerde basis.

Wat kun je doen? Werken aan de basis. Eerst op de grond, daarna in het zadel.

11 keer stress onder het zadel en de oplossingen:

  1. Paard krijgt te veel prikkels
    Advies ruiter: verminder en doseer prikkels.
    Stress tijdens het rijden wil bijna altijd zeggen dat het paard te veel prikkels ineens krijgt. Vaak geeft de ruiter te veel (onbewuste) signalen. Of het is een combinatie: de ruiter geeft te veel signalen én er zijn prikkels uit de omgeving, zoals een hond, een vrachtauto of een paraplu. Als je paard veel last heeft van prikkels van de omgeving dan is desensibiliseren de eerste stap.
    Wen hem aan alles in de omgeving wat hij tegen kan komen. Een kwestie van oefenen en langzaam opbouwen. Begin maar eens te trainen met een paraplu in de hoek van de bak. En bouw dat uit. Het paard moet jouw wereld leren kennen en begrijpen. Dat is namelijk een mensenwereld, in de paardenwereld komen geen paraplu’s voor.
  2. Paard krijgt tegenstrijdige hulpen
    Advies ruiter: doe zelfonderzoek. Hoe duidelijk en gedoseerd zijn je hulpen?
    Vaak denken we als ruiter dat we iets vragen, maar we vragen het niet correct. Het paard snapt het niet. De hand zegt ho, het been zegt voorwaarts en de zit duwt mee. Dat zijn tegenstrijdige hulpen.” Vaak zitten ruiters ook onbewust iets tegen de bewegingen van het paard in. Je wilt een uitgestrekte draf, en je geeft been, maar je werkt tegen met je zit of hand, dus hij kan dat wat jij wilt niet uitvoeren. Dat geeft een paard stress.
    Werk aan je lichaamsbewustzijn en motoriek. Dat kan bijvoorbeeld door te trainen op de flexchair, simulator oid., maar ook door aan yoga of pilatus te doen. Dan leer je beter te voelen wat je eigenlijk allemaal doet tijdens het rijden. Ook als je instructeur niet duidelijk is in zijn of haar uitleg over de juiste hulpen: durf te vragen! Bijvoorbeeld wat is ‘ga dieper zitten’ precies? Iedereen doet namelijk wat anders.
  3. Paard krijgt te veel hulpen
    Advies ruiter: minder, minder, minder.
    Hand-, been en zithulpen tegelijk zijn teveel signalen in een keer voor een paard. Breng de hoeveelheid hulpen terug. Aangezien hij niet doet wat je wilt, geef je de hulpen steeds sterker. Het is alsof iemand Chinees tegen je praat en als je het niet begrijpt, steeds harder gaat schreeuwen. Omdat het niet duidelijk is wat de ruiter bedoelt, gaat het paard kiezen wat volgens hem de gewenste reactie is. Als hij pech heeft, en het verkeerde kiest, krijgt ie nog op z’n donder ook. Ga zitten, doe eens niks en pas als hij wat moet doen, dan geef je een klein hulpje. Schroef verwachtingen en eisen terug. (je kunt alleen maar teleurgesteld zijn als je verwachtingen koestert).
  4. Paard snapt nog niet wat je bedoelt
    Advies ruiter: wees voorspelbaar.
    Vraag in het rijden alles altijd op dezelfde manier aan je paard. Leg iets aan je paard uit, en zorg dat het bevestigd is. Je vraagt iets en als hij het doet, dan is hij braaf. Je herhaalt het, op dezelfde manier, en als hij het doet is hij weer braaf. Hartstikke mooi, braaf paard! Vraag dan niks nieuws meer. De dag erna vraag je de nieuwe oefening nog een keer. Hij doet het weer goed. Hartstikke braaf. Hij wil het zo graag goed doen! Jij moet laten weten dat hij doet wat jij wilt. Dat is afronden. Hij heeft je gesnapt en is dolblij! Niet te vaak trainen en niet te lang trainen. Doordat jij het iedere keer op dezelfde manier vraagt, ben je voorspelbaar voor hem en dat geeft hem duidelijkheid en rust.
  5. Paard zit al in de stress
    Advies ruiter: neem de leiding en doe een stapje terug.
    En wat als je rijdt en hij raakt gestresst? Bij stress moet je de leiding nemen, één ding vragen dat ie al goed kent en direct belonen door te stoppen met je vraag. Ga terug naar het punt waar het nog wel goed ging. En sluit de rijsessie af. Hou een training kort, kalm, gedoseerd, goed uitgevoerd en goed bevestigd. En ga dan pas verder. Als een paard hectisch beweegt is jouw lichaam nog belangrijker. Door zelf al je bewegingen kleiner te maken, te absorberen, kun je het paard aanleuning bieden en dat geeft steun.
  6. Paard neemt jouw stress over
    Advies ruiter: ontspan voordat je naar de stal gaat.
    Ben je ontspannen? Of nog gestrest door je werk? Als je op paard zit, ben je in het rijden met je hoofd bij hem of zit je nog aan je werk te denken? Word kalm in jezelf. Adem laag. En zorg dat je lichaam zekerheid en rust uitstraalt, zodat je paard het gevoel heeft dat hij het goed doet. Als je je stress meeneemt naar stal ben je niet volledig aanwezig voor je paard. Je bent met jezelf bezig. Dat is geen leiderschap. Het paard heeft duidelijkheid nodig en dat kan je alleen geven als je volledig voor je paard aanwezig bent.
  7. Paard is getraumatiseerd
    Advies ruiter: leef je in en blijf bij jouw eigen gevoel!
    Neem de leiding. En voel aan wat voor paard je hebt. Wat kan hij, hoe moet ik mijn hulpen doseren voor dit paard? Moet ik meer aanleuning bieden? Moet ik andere hulpen geven? Moet ik druk toevoegen of druk weghalen? Sommige paarden willen graag wat losser worden gelaten. Je moet niet zo los worden dat je flapperend op je paard zit, dan heb je de spierspanning van een dronkenman, je moet die van een balletdanser hebben. Een balletdanser kan het paard fysiek sturen en heeft controle over zijn eigen lichaam. Daardoor kan hij zich aan het paard aanpassen en dit geeft een paard rust. Klem je wellicht teveel je benen, misschien zouden de teugels letterlijk wat losser kunnen. Kom je wel voldoende mee in de bewegingen van het paard. Iets actiever rijden of juist niet. Een getraumatiseerd paard vergt voortdurend begeleiding, afstemming, inzicht en liefde.
  8. Paard is nog jong
    Advies ruiter: neem de tijd.
    Een jong paard leert stap voor stap. Alle bovengenoemde punten komen aan bod: bied nieuwe indrukken, hulpen, oefeningen aan in fases. Beloon positieve pogingen van het paard je te begrijpen. En stop met vragen zodra het paard de gewenste reactie geeft. Bij een jong paard werk je stapje voor stapje. Elke stap is gedoseerd en bevestigd. Ga niet te snel. Herhaal, beloon, bevestig. Dan pas ga je een stap verder. Zo voorkom je stress! Geef het jonge paard voldoende verwerkingstijd, dan kan hij zelf zaken onderzoeken en over dingen nadenken.
  9. Paard heeft korte concentratiespanne
    Advies ruiter: train vaker maar kortere sessies.
    Een ruiter kan vooraf bedenken wat de training in gaat houden en werkt gericht naar dat doel. Een doel moet klein genoeg zijn om haalbaar te zijn in de korte tijd die je hebt en groot genoeg om uitdaging te bieden. Die vergt dus voorbereiding vooraf. Zo kun je stress voorkomen omdat je in korte tijd een haalbaar resultaat krijgt. En paard dat snel is afgeleid is gebaat bij een goede balans tussen inspanning en ontspanning.
  10. Paard is moe
    Advies ruiter: bouw je training beter op en af.
    Je rijdt los, begint met oefeningen en aan het einde van de trainingssessie gooi je de zware oefeningen er nog eens in. En je herhaalt, herhaalt en herhaalt. Je paard krijgt stress want de herhaling van de zware oefening gaat zeer doen en dat levert stress op. In een goed op- en afgebouwde training doe je de zware oefeningen niet aan het einde en je stopt zodra ze goed gaan. Bouw ook wat rustmomenten in de training. Anders krijg je paard aversie tegen een oefening. Als je merkt dat je paard moe wordt (fysiek of mentaal), vraag dan een andere oefening en doe een stapje terug. Even halsstrekken, of voorwaarts neerwaarts. Hoe bepaal jij eigenlijk wat een goede training is? Denk je er wel eens over na? De reguliere opbouw stap/draf/galop is geen regel, jouw paard bepaalt de regels.
  11. Paard heeft pijn
    Advies ruiter: check je paard dagelijks op pijn!
    Pijn is een veroorzaker van stress bij je paard. Hij heeft last van zijn (ge)bit, zijn rug of hij heeft ergens een blessure. Ook je zadel kan niet goed passen of de singel zit te strak. Pijn kun je leren lezen. Neem niet aan dat je paard nou eenmaal het paard is dat je ziet. Dat het normaal is dat ie altijd zijn staart scheef heeft, of ermee zwiept. Of dat zijn tong zichtbaar is, of dat bokje geeft bij het aangalopperen. Dat wij het niet zo ervaren of zien wil niet zeggen dat het er niet is. We spreken namelijk niet dezelfde taal. Een paard zal vanuit de evolutie zich altijd willen aanpassen aan de omgeving en aan het gevraagde. Hij zal zijn uiterste best doen. Dat heet een overlevingsstrategie. Paarden laten pijn niet makkelijk zien. Hun brein zegt bij pijn: jij bent kwetsbaar en dus een makkelijke prooi. Wij zijn verantwoordelijk voor onze paarden. Elk klein signaal is niet omdat ie je wil pesten, of dat ie dat nu eenmaal altijd doet, het hoort er niet bij. Dat zijn menselijke interpretaties, menselijke gedachten. Het paard praat tegen je.

Zo werken de goede trainers met hun paarden. Ze monitoren eerst zichzelf en ze bereiden een training voor. Ook kijken ze goed naar hun paarden en houden grenzen in de gaten. We zijn allemaal mensen, dus we maken ook wel eens een foutje. Maar foutjes op basis van goede intenties kan het paard je makkelijk vergeven. Vertrouwen opbouwen op basis van gelijkwaardigheid, dat kan iedereen!

Het valt me telkens weer op: we zijn soms zo hard voor onszelf.

Tijdens een les hoor ik soms de ene mopper na de andere: “Het ging de afgelopen tijd zo goed, en nu lukt het niet.” ”Ik heb zo goed geoefend en nu kan ik niets laten zien.” “Ik zit niet zo goed in mijn vel, daarom lukt het niet.” “Misschien leer ik het wel nooit.”

Ik begrijp dat wel! Maar het gaat niet om MIJ in een les! Vandaar deze kleine ode aan mijn studenten en lesklanten:

“Lieve ruiters ❤,”

“Een les is juist bedoeld om iets bloot te leggen.”
“Om jou te leren oplossen wat je tegenkomt.”
“Je huiswerk te geven waarmee je vooruit kunt tot de volgende les.”
“Als elke les een aaneenschakeling is van alleen goede momenten, dan ben ik niet nodig.”
“ Als paardrijden makkelijk was, waren er geen instructeurs nodig.”
“Vergeet niet: ik ben daar al geweest waar je nu tegenaan loopt. Mijn rugzak is gevuld met ervaringen.”
“ Ik zie de vooruitgang heus wel. Arendsogen heb ik.” 😉

Als tiener verzorgde ik paarden van een kennis in ruil voor het bijwonen van haar lessen bij Frenk Jespers. Zodra het even kon loerde ik naar lessen van anderen. Net een spons, alles opzuigen en thuis uitproberen met eigen pony’s en later paarden. Ik heb eindeloos langs de kant gestaan. Geld voor lessen was er namelijk niet.

Ennn heel, heel lang geleden heb ik ooit in Vught een clinic bijgewoond van Tineke Bartels, die gekscherend afsloot met: “Och, al die arme paarden die straks nog aan de bak moeten zodra jullie weer thuis zijn.” Dat zinnetje is me altijd bij gebleven. “JAAAAAAA”, dacht ik dan. “Dat is nu precies wat ik ga doen!” Heerlijk vond ik dat. Nog vol inspiratie, uitproberen, onderzoeken, ontdekken.

Vooral kijken, kijken en niet kopen. 😉 Daar komen die arendsogen vandaan!
Dus lieve student/lesklant, ik hoef jouw beste kant niet te zien. Geef mij de kant maar die rommelt, prutst en ondertussen doorwerkt aan zichzelf. Want we doen het samen! Jouw motivatie en doorzettingsvermogen is waar het mij om gaat. Ik blijf bij jou!

Zo! En in het kader van lief zijn voor jezelf: in december ga ik twee weken naar een huisje (met sauna ?) aan zee. Voor mezelf, met mijn honden. Om 2019 goed af te sluiten en 2020 goed te starten. Schrijven, wandelen, nadenken en strategie bepalen.
Om nog meer te kunnen doen voor mijn studenten, lesklanten en anderen om me heen. ❤?

Lieve groet,
Monya

Een rare vergelijking? Nee, een mooie metafoor! 🙂

Een bankrekening waarbij je iets stort of opneemt. Een bankrekening is een leuke manier om te beschrijven hoe je vertrouwen kunt ontwikkelen met een paard dat je traint. Simpel gezegd, elke keer dat je angst beperkt en traint met behulp van versterking, stort je geld op je account. Elke keer dat je in je trainingssessie straf gebruikt en je paard angst voelt, gaat er geld van je saldo af. En het is wel duidelijk dat niemand een negatief saldo op een bankrekening wil.

In tegenstelling tot wat sommige trainers of online video-cursussen je vertellen, je kunt een paard je niet ‘laten’ vertrouwen – je kunt alleen laten zien dat je betrouwbaar bent. Vertrouwen tussen twee partijen kan niet worden afgedwongen of ‘bewezen’ aan het paard. In plaats daarvan moet het paard zelf kunnen beslissen dat je het vertrouwen waard bent.

Veel paardentrainingen omvatten het gebruik van oplopende drukniveaus om paarden over, onder of door iets te duwen waar ze bang voor zijn. Helaas voor het paard lijkt deze aanpak te werken, wat ertoe leidt dat de mens wordt versterkt in zijn acties. En van wat werkt willen we meer, dus herhalen we ons ‘succes’. Ook ik heb hiermee gewerkt. Ik draai alweer 30 jaar mee en heb een flinke ontwikkeling doorgemaakt op basis van ervaring. En ik realiseerde me al snel dat je met werken onder druk iets afneemt van het paard. Dus gaat er geld van je saldo af. De ‘goede’ resultaten komen dan niet vanuit vertrouwen. Ze komen puur omdat paard wil ontsnappen aan de fysieke of psychologische druk of de straffen die een trainer gebruikt om resultaat te boeken.

Laten we zeggen dat ik wil dat je me vertrouwt en dat je hoogtevrees hebt. Als ik je wil laten ‘vertrouwen’, zou ik je kunnen meenemen om rotsen te gaan klimmen, en ik dwing je of straf je wanneer je aarzelt. Natuurlijk, je
zou waarschijnlijk die rotswand beklimmen, maar zou je dit doen uit vertrouwen in mij, of uit angst voor de pijn waarmee ik je bedreig? Zou je als gevolg van deze aanpak meer vertrouwen in mij voelen?

Hoe bouw je wel aan vertrouwen? Voor een lekker saldo op je bankrekening, kun je prima werken met beloningen. Geef het gedrag van je paard vorm door kleine stappen in de richting van je einddoel te maken, en doe dit in een tempo dat door je paard wordt bepaald. Sommige paarden hebben meer tijd nodig dan anderen, maar een stabiele bankrekening is heel wat waard! 🙂

“Hij heeft altijd al slechte voeten gehad.”
“Hij is gewoon lui.”
“Dat heeft hij altijd gedaan.”
“Hij neemt me in de maling.”

Er zijn bepaalde dingen die we als ‘normaal’ beschouwen, maar dat zijn ze eigenlijk niet.

Denk aan:
Slechte hoeven.
Moeilijk opstarten.
Een paard dat defensief is over voedsel.
Bokken na een sprong.
Staartzwiepen tijdens het rijden.
Niet bij andere paarden kunnen staan.

Zoveel meer voorbeelden die ik zou kunnen geven. In mijn 30 jaar als paardenprofessional heb ik keer op keer dit soort aannames gehoord.

En weet je, ik vind het gewoon niet meer acceptabel.

Google is je vriend: er is op internet zoveel informatie te vinden over de basisbehoeften van paarden, over zijn gezondheid, over zijn gedrag, dat je geen kennis hoeft te ontberen.

Je intuïtie is een goede raadgever. Als iets voortdurend aandacht vraagt (hoefvorm, gedrag etc.) dan betekent dit dat onderzoek nodig is. En eigenlijk wist je dat al wel, echter is het soms moeilijk om richting te bepalen, het kan je onzeker maken. Luister naar je onderbuikgevoel!

Vind je het lastig om in de hausse van informatie je weg te vinden? Er zijn tegenwoordig zoveel betrouwbare paardenprofessionals die je met raad en daad bij kunnen staan. En de juiste zal je vertellen wat nodig is en waarom.

De mentale en fysieke gezondheid van je paard is afhankelijk van het nemen van weloverwogen beslissingen. Daarbij kun je je verschuilen achter meningen van anderen zoals “de hoefsmid zegt dat hij altijd al slechte voeten heeft gehad” of “mijn trainer zegt dat zijn inconsistente prestaties een trainingsprobleem zijn.”

En is dat ook zo?

Want eigenlijk weet je het wel. Maar helemaal op jezelf vertrouwen en je eigen verantwoordelijkheid nemen is soms eng. Echter in deze tijd is er zoveel kennis over paardenwelzijn beschikbaar en zijn er zoveel mensen die geen geld aan je hoeven te verdienen en dus eerlijk tegen je zullen zijn.

Kies bewust. Kies voor jou en jouw paard. Overweeg, vraag je af, onderzoek en neem niet zomaar iets aan. Het is menselijk om een ander te bombarderen met meningen, oordelen, aannames, kritiek.

Maar volg je eigen pad: dan krijg je daar ook iets voor terug: een blij paard en zelfvertrouwen!

Paarden zijn te stil. Zouden we ze anders trainen als ze gingen gillen of huilen van pijn, zoals honden doen? Vermoedelijk wel….

Op ‪#‎ToughTopicTuesday‬ las ik het volgende:

If horses expressed pain by vocalizing – like dogs do – would this affect how we train them?

A large part of how horses communicate is through body language. Horses have a limited vocal repertoire, and they don’t tend to make vocalizations in response to sudden or chronic pain. As a result, when people do things that cause the horse pain – like jerking on the bit, or hitting, smacking, kicking, spurring or whipping – there isn’t the equivalent marker of a sharp yelp that a dog would make in a similar situation. How much do you think this silence in response to pain affects the methods used to train and handle horses?”

Toen ik deze stelling onder ogen kreeg dacht ik gelijk BINGO!

‘Als een paard heel hard AU zou roepen als men hem te hard in de mond zit of er een spoor in een rib gedrukt zou worden, zou er anders getraind worden… denk ik.’

Een paard kan niet gillen of huilen, want dat is niet handig voor een prooidier.

Maar een paard communiceert wel. Hij communiceert zich zelfs suf. Maar mensen missen vaak signalen. Mensen zijn andere wezens, met een andere evolutie, andere afkomst, andere primaire belangen, we hebben een ander communicatiesysteem.

En wij ontwikkelen ons op basis van ervaringen en waarnemingen en dat is ons eigen model van de wereld. We hebben een soort intern filter gecreëerd. Dat is handig voor het verwerken van informatie, maar maakt ons ook erg zelfgericht.

Daarin schuilt het gevaar: als de informatie past in ons wereldbeeld, gebruiken we het om ons beeld te versterken. Als het er niet in past, zijn we er vaak blind voor en willen we er niks mee te maken hebben. We stoppen info die we niet aan kunnen weg. Weg in een stukje brein met een deurtje, slotje erop, sleuteltje weg en voilá, het probleem is er niet meer. Het is dus belangrijk om dit te herkennen en jezelf kritische vragen te stellen. Want jouw filters zijn niet de filters van paarden!

Dat iets er niet lijkt te zijn, hoeft dus niet te zeggen dat iets er ook niet is.

Wat zou jij doen als jouw paard heel hard zou gillen als je hem een tikje met de zweep geeft of aan het bit trekt? Als je het zadel op je paard legt en hij in plaats van onrust, staartzwiepen en oren plat naar achteren, een duidelijk HOORBAAR pijnsignaal zou geven?

Als ik rondom me heen kijk denk ik dat de paardenwereld er heel anders uit zou zien. Laten we eerlijk zijn: als je op een wedstrijd alsmaar jankende paarden hoort, wat voor lol is er dan nog aan? Ik zie veel paarden met pijn, en dat is ook al bewezen. Uit gepubliceerde artikelen over het grootste welzijnsonderzoek dat ooit in Nederland gehouden is, blijkt dat veel paarden rugproblemen hebben (30 procent van alle paarden, inclusief fokmerries en jonge paarden), de mond stuk hebben (meer dan 20 procent) of kreupel zijn (meer dan 10 procent).

Eigenaren of ruiters veroorzaken niet altijd door bewuste acties pijn bij hun paard, het is veelal onwetendheid.

We hebben als mens nog een aardig lange weg te gaan. Doe jij met ons mee? Met de “verbeter-de-wereld-voor-je-paard-begin-bij-jezelf-beweging?”

Wat een nadenker he, soms is het ook niet leuk.

Liefs,
Monya

Ps. 8 juni gaat de RuiterCoach opleiding weer van start. De groepen zitten vol. Maar de reeds afgestudeerde instructeurs staan te trappelen om jou ook van dienst te zijn. Zoek jij een echt fijne instructeur? Binnenkort kun je ze vinden op de website. Maar je mag me ook al een pb sturen.